de russische methode

Een tijd waarin Poetin het wereldtoneel in de ban houdt en onze vermeende zekerheden danig op de schop gooit. Een tijd waarin de tegenstelling van arm en rijk steeds zichtbaarder wordt. Een tijd ook waarin energie een kostbaar produkt is en een warm huis niet voor iedereen is weggelegd. In deze kille tijd vraag ik me af hoe ik met de kou om kan gaan.

De afgelopen zomer werden er in de maand juli hoge temperaturen gemeten door het KNMI. Een paar dagen lang kwam het kwik uit boven de 35 graden Celsius. Ik doe het er niet zo goed op, die hitte. Met 21 graden Celsius in de zomer ben ik al dik tevree. Maar ik merkte dat er zelfs bij mij langzamerhand een gewenningsproces op gang kwam. Als dat kan met warmte dan kan dat ook met kou. En ik besluit dit te gaan onderzoeken. De verwarming niet aan te zetten. Wachten op de zon die de huiskamer verwarmt. Kleedje om mij heen als ik ga zitten. De eerste week is het best wel een dingetje. Als het te koud wordt dan maar in beweging komen, naar buiten gaan, de kou opzoeken. Kou bestrijden met kou. En ja, het went inderdaad. Tot nu toe de verwarming af en toe vijf minuten aangezet om de kou te verdrijven of bezoek niet af te schrikken.

Na de warme zomer mis ik de zee. “Dan ga je toch zwemmen bij het Stadsstrand”, oppert dochter. En dat doe ik. Meteen de volgende dag nadat ik thuis ben. Want anders doe ik het niet meer. Ik ken mezelf. De bekende drempel. Niet denken, gewoon gaan. Ik voel mezelf een halve gekkie, maar ontdek dat er meer gekkies zijn zoals ik. Ik verander mijn mantra van ‘gek’ naar ‘gezond en fit’.

Elke week trek ik zo’n twee, drie keer een aantal baantjes. Tot zolang ik het nog leuk vindt, houd ik mezelf voor. Het fietstochtje ernaartoe fungeert als warming-up waardoor ik het koude water zeg maar warm kan begroeten. Een enkele keer zwem ik alleen, de overige momenten deel ik met plus-minus tien anderen in wisselende samenstelling. Het is een vrolijke boel met studenten en mensen van mijn eigen leeftijd. En alles wat zich daar tussenin bevindt, mannen en vrouwen. We wisselen soms kort onze bevindingen uit en ik voel me steeds meer als een vis in het water. De zon, de wolken, de reiger, de eenden en meerkoeten. De stadsklokken en de voorbijgangers. De bomen die langzaam hun blad verliezen en waarvan de restanten geel, oranje, rood wachten om als confetti in het rond gestrooid te worden. Het stille stromende koele water.

Behalve mijn lichaam krijgt ook mijn gemoed een oppepper. Eenmaal thuis opgewarmd met een kop hete gemberthee heb ik zin aan de dag en koud krijg ik het niet meer. Eerlijk is eerlijk: ongemakken zijn er ook. Weerstand om te gaan. Koude pijnlijke handen en voeten op de fiets terug naar huis. De tijd die nodig is om weer op te warmen. Maar dat weegt niet op tegen de voordelen van dit frisse begin van de dag. Als ik dit kan, kan ik meer. Het gevoel van vrijheid is onbetaalbaar.

Waar ik eerder al koude douches neem en de ademhaling van Wim Hof beoefen, vaar ik nu op mijn eigen beleving. Ik houd mijn lijf nauwlettend in de gaten. In het boek ‘Buiten Zwemmen’ van Susan Houbraken lees ik vandaag tot mijn verbazing dat ik de Russische methode toepas. Een eeuwenoude traditie van koude baden uit Rusland die ten doel heeft de gezondheid te verbeteren, door kort en rustig te zwemmen in koud water na een fysieke warming-up. De effecten van een Russisch staatshoofd bestrijden met een methode uit datzelfde land. Dat klinkt tegenstrijdig net als warm lopen voor de kou, maar blijkt een kwestie van het één en het ander.